‘Gebruik verduurzaming om kwaliteit en comfort van woningen te vergroten’

Interview met Karo van Dongen, voorzitter Groene Huisvesters

Hoe kunnen bedrijven hun duurzame ambities in de praktijk brengen? Die vraag stelt Velux aan deskundigen op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. In dit artikel spreken we met Karo van Dongen, voorzitter van de Groene Huisvesters (een samenwerking tussen corporaties, het ministerie van Binnenlandse Zaken, VNG, de Woonbond en Aedes). Van Dongen vertelt dat alle woningcorporaties bezig zijn met verduurzamen en dat ze, door het delen van successen en falen, elkaar inspireren en van elkaar leren. “Dat is nuttig om verder te gaan dan die eerste stap van de CO2-reductie. Wat je vooral wilt, is dat met verduurzaming de kwaliteit van het huis verbetert. Dát is onze grootste opgave.”



“Er staan in Nederland zo’n 10 miljoen woningen. Daarvan hebben woningcorporaties ongeveer 2,3 miljoen in eigendom en beheer. De ambitie is om die 2,3 miljoen woningen in 2050 CO2-neutraal te hebben. Dat is de grote ambitie, want het is een grote opgave om deze woningen allemaal te verduurzamen, zeker als ze ouder zijn. Een van de eerste dingen is zorgen dat de woning zo min mogelijk energie nodig heeft om te verwarmen. Als je dan kijkt naar de woningvoorraad in Nederland, zowel huur- als koopwoningen, zie je dat een hele grote groep woningen van voor de jaren 80 veel energie verbruiken. Daar is heel veel te doen.”

Huurders vragen om verduurzaming

Gelukkig gebeurt er veel op dit vlak. “Inmiddels zijn alle woningcorporaties bezig met verduurzamen. Er zijn dan ook al veel woningen verduurzaamd en alles wat nu gebouwd wordt is kwalitatief echt goed”, aldus Van Dongen. “Er zijn heel veel ontwikkelingen en het gaat echt snel, maar we zijn er nog niet. De vraag is nu acuut en grootschalig.” 

Van Dongen stelt dat de vraag naar verduurzaming van huurwoningen sterk is toegenomen de laatste jaren. “Een paar jaar geleden maakten wij ons zorgen om de vraag ‘hoe krijgen we onze bewoners zo ver om mee te doen?’” Hij legt uit dat om een complex te kunnen verduurzamen 70% van de huurders hiermee moet instemmen. “Nu zeggen huurders tegen ons: ‘Wanneer wordt mijn huis verduurzaamd? Als ik pas in 2035 aan de beurt ben, zullen mijn kosten tot die tijd steeds harder stijgen.’”

Het stijgen van de woonlasten is iets waar woningcorporaties zich steeds meer mee bezighouden, licht Van Dongen toe. “Woningcorporaties zijn er om betaalbaar wonen te organiseren. Wij kijken naar de huurprijs, maar ook meer en meer naar de woonlasten. Binnen die woonlasten wordt de energiecomponent steeds belangrijker en je ziet de energielasten ineens heel hard stijgen. Naast de urgentie vanwege het klimaat, is de portemonnee een belangrijke reden van die omkeer bij huurders.”

Verduurzamen betekent investeren

Om te kunnen verduurzamen, is geld nodig. Van Dongen legt uit dat huurders vaak zelf de investering voor verduurzaming niet kunnen doen, omdat ze een relatief laag inkomen hebben. Daardoor zijn ze afhankelijk van de plannen en het tempo waarin de woningcorporaties de verduurzaming inzetten. Toch kan het noodzakelijk zijn dat huurders ook zelf bijdragen, om er op de langere termijn geld aan over te houden. Dit is een lastig proces, vertelt Van Dongen. “Als je kunt aantonen dat mensen er echt op vooruitgaan - dus je gaat 10 euro meer betalen per maand, maar je bespaart dan 20 euro, en je kunt dit hardmaken - dan willen mensen best meedoen. Het lastige is dat dit een uitgestelde beloning is. Je weet het niet zeker. De veronderstelling was altijd: als we gaan opschalen dan wordt het goedkoper. Dat is nog maar de vraag, want de economische wet is ook: als er veel vraag is dan stijgt de prijs. Het aanbod is best beperkt, dus op dit moment zien we de prijzen gigantisch stijgen. Om huurders toch iets van garantie te kunnen geven, heeft de Woonbond een zogenaamde woonlastenwaarborg ingevoerd. Hiermee wordt gezegd: ‘Je hoeft de huurverhoging niet te betalen als de energiebesparing lager blijkt te zijn dan wij dachten’. Dan wordt de verhoging teruggedraaid.”


Vergeet comfortabel wonen niet!

“Verduurzamen begint voor ons bij het isoleren van de woning. Als huizen slecht geïsoleerd zijn, blijft het koud en is het lastig om het vocht eruit te krijgen. Daarvoor moet je namelijk veel ventileren. Maar als een woning slecht te verwarmen is, hebben mensen de neiging om de ramen dicht te houden. Dan krijg je schimmelvorming en dat is allemaal erg ongezond. Wat je dus vooral wilt, is dat verduurzaming leidt tot een betere kwaliteit van het huis. Je wilt niet alleen dat de woning energiezuinig wordt, niet alleen dat die woonlast daardoor beperkt is, maar ook dat die comfortabel wordt.” Van Dongen vertelt dat het vinden van de juiste balans tussen verduurzamen en gezond en comfortabel wonen erg belangrijk is. Hij verduidelijkt dit met voorbeeld van een nieuwbouwwijk in Amersfoort. “Een aantal jaren terug was er een nieuwbouwwijk gebouwd in Vathorst. Daar was een gebalanceerde ventilatie aangebracht. Technisch hoogstaand, alleen konden de ramen niet open. Bewoners werden er spontaan ziek van. Dat heeft zoveel gedoe opgeleverd, dat ze ramen hebben moeten plaatsen die wel open kunnen. Misschien was het psychisch, dat weten ze niet eens, maar met een dergelijk keuze ontneem je mensen de mogelijkheid om zelf te sturen. Het gaat over de eigen vrijheid, zelf te kunnen bepalen wat jouw comfort is. Uiteindelijk moeten mensen er ook gewoon prettig kunnen wonen. Dat is voorwaarde nummer één.”

Delen, leren en inspireren

Alle woningcorporaties houden zich dus bezig met verduurzaming, aldus Van Dongen. Wat is de volgende stap voor de toekomst? “Wij hebben het nu over wat er na de CO2-reductie komt. Zoals het woonlastenverhaal, klimaatadaptatie, circulariteit en biodiversiteit.” Om volgende stappen te kunnen zetten binnen de verduurzaming, delen woningcorporaties veel met elkaar. Ze bespreken de goede dingen, maar delen ook problemen waar ze tegenaan lopen en negatieve ervaringen, om zo te voorkomen dat het elders weer gebeurt. “Zo is er bijvoorbeeld een corporatie die een verduurzamingsaanbod heeft dat een menukaart is. Huurders kunnen hiermee zelf een afweging maken welke onderdelen zij graag afnemen voor hun woning. Dat loopt heel goed, want dat sluit aan op de vraag van nu. We bespreken dit soort innovaties en successen om elkaar te inspireren en te leren van elkaars projecten.”