Hoe kunnen bedrijven hun duurzame ambities in de praktijk brengen? Die vraag stelt Velux aan deskundigen op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. In dit artikel spreken we met Judith Maas, directeur van SDG Nederland. Zij vertelt dat er ontzettend veel goede initiatieven vanuit het bedrijfsleven zijn om de Sustainable Development Goals (SDG’s) te behalen, maar dat er nu echt vaart nodig is om de wereld een betere plek te maken voor iedereen.
“De Sustainable Development Goals, of Duurzame Ontwikkelingsdoelen, zijn ons kompas om de wereld sociaal en duurzaam te maken. Die doelen hebben alle landen ter wereld met elkaar afgesproken in de Verenigde Naties”, legt Maas uit. De SDG’s, die in 2015 zijn opgesteld, zijn zeventien samenhangende doelen die zich richten op mondiale uitdagingen als armoede, ongelijkheid, onderwijs, biodiversiteit en de klimaatcrisis. “Het is belangrijk dat landen zich aan die doelen houden, maar eigenlijk is het een agenda voor alle burgers, organisaties en bedrijven. Wij moeten met z’n allen zorgen dat de aarde wat socialer en duurzamer wordt. Vanuit elk van die agendapunten kijken wij hoe we binnen dat onderwerp een zo duurzaam mogelijke samenleving kunnen bereiken.”
Het water aan de lippen
De SDG’s zijn opgesteld met 2030 als einddoel. Dit betekent dat er nog acht jaar te gaan is en dat is heel kort, waarschuwt Maas. Zijn de doelen al in zicht? “Ik zie wel dat er heel veel in beweging is, in Nederland en in andere landen ter wereld. Maar het gaat niet snel genoeg. Als we bijvoorbeeld kijken naar een onderwerp als klimaat, toonde de conferentie in Glasgow en het recent uitgekomen IPCC-rapport ons dat het water aan onze lippen staat en dat wij sneller en meer moeten doen.” Volgens Maas wordt de urgentie wel gezien, maar gebeurt er nog te weinig om de doelen te halen. “Wij zien dat, ook in een land als Nederland, de ongelijkheid toeneemt tussen arm en rijk. Als het zelfs in een ontwikkeld land als Nederland, dat in zoveel opzichten een hele gunstige uitgangspositie heeft, lastig is om de die doelen te bereiken, dan betekent dit dat we echt een tandje bij moeten zetten.
Bedrijven zijn belangrijke schakel
Gelukkig ziet Maas dat veel bedrijven in Nederland de doelen serieus nemen en er al veel goede dingen gebeuren. “Bedrijven hebben een hele belangrijke rol gespeeld in het tot stand komen van deze agenda van duurzaamheidsdoelen. We zien dan ook dat steeds meer bedrijven er al heel wat jaren mee bezig zijn en daardoor op bepaalde punten vooroplopen. Een aantal multinationals bijvoorbeeld. Maar we zien ook dat er heel veel kleine bedrijven, mkb’ers, met slimme duurzame oplossingen komen en heel erg innovatief zijn binnen hun branche. Dus ik vind dat een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven hele mooie, interessante dingen aan het doen is. We moeten er nu voor zorgen dat we snel gaan opschalen en tempo krijgen, om de impact zo groot mogelijk te maken.”
Jong geleerd is oud gedaan
Maas vertelt dat de Rijksoverheid een grote rol speelt in het opstellen van wetten en beleid om de agenda uit te voeren, maar dat daar als samenleving niet op gewacht moet worden. Uiteindelijk zullen bedrijven en maatschappelijke organisaties zelf de agenda op zich moeten nemen. “Uiteindelijk moet elke organisatie zelf kunnen uitleggen hoe zij in 2030 op een duurzame manier gaat werken. We zien dat dit in allerlei sectoren al veel gebeurt.” Als voorbeeld noemt ze de onderwijssector. “De onderwijssector is er heel erg mee bezig. Neem bijvoorbeeld de hotelscholen, die kijken naar de hele keten, van inkoop van eten tot de afvalverwerking, maar ook naar sociale inclusie. Die proberen al die doelen samen te nemen om te zorgen dat hun studenten, onze toekomst, die kijk krijgen op sociale doelen. Dat is, denk ik, ontzettend belangrijk.”