"Meer aandacht voor een gezond binnenmilieu is cruciaal"

Interview met Philomena Bluyssen, hoogleraar Indoor Environment bij de TU Delft

Een goede leefomgeving in woningen vereist een gezond binnenmilieu. VELUX Nederland gaat over dit thema in gesprek met Philomena Bluyssen, hoogleraar aan de TU Delft en een toonaangevende expert op het gebied van binnenmilieu. Met meer dan 35 jaar ervaring en een PhD op zak, heeft Bluyssen onderzoek verricht naar gezondheid en comfort in relatie tot de kwaliteit van het binnenmilieu. “Er moet meer aandacht worden besteed aan de gezondheid van mensen in hun woning in relatie tot het binnenmilieu, en dat gebeurt op dit moment te weinig”, stelt Bluyssen.

Gezond en comfortabel binnenmilieu voor ieder anders

Bij een gezond en comfortabel binnenmilieu komen veel facetten kijken. Bluyssen legt uit: “Aspecten zoals de hoeveelheid verlichting op het juiste moment, minimalisering van blootstelling aan achtergrondgeluid, variatie in temperatuur en beperking van luchtverontreinigingen zijn allemaal belangrijk bij het creëren van een gezond binnenmilieu.” Toch kan een comfortabel binnenmilieu voor iedereen anders zijn en dat kan verschillen per situatie. Bluyssen illustreert dit met een voorbeeld: “De voorkeuren per bewoner kunnen daarin sterk verschillen. De een heeft bijvoorbeeld binnenshuis meer behoefte aan hogere temperaturen, veel daglicht, en een rustige omgeving. Terwijl iemand anders de voorkeur heeft voor een levendige omgeving, minder daglicht, en lagere temperaturen. De relatie met gezondheid is hierin niet altijd even duidelijk. Behoefte aan veel daglicht kan te maken hebben met een beperkte lichtinval in het oog, of met iemands dag-nachtritme. Daarbij speelt dan ook nog het moment en tijdsduur van blootstelling een rol. Terwijl een constante comfortabele temperatuur in huis, dag en nacht, misschien wel comfortabel is, is dat eigenlijk helemaal niet zo gezond.”

Eisen stellen aan binnenmilieu

Bluyssen ziet dat er momenteel onvoldoende aandacht is voor een gezond binnenmilieu in bestaande woningen. “Er zijn organisaties als Gezond Binnen, die bewustwording willen creëren over het belang van een gezond binnenmilieu. De Nederlandse overheid schenkt momenteel onvoldoende aandacht aan dit onderwerp”, stelt Bluyssen. “Op Europees gebied wordt er wel gepleit voor maatregelen voor een gezond binnenmilieu. Alleen het kan nog jaren duren voordat we die terug gaan zien in de Nederlandse wetgeving.” Zij vindt dat alle kansen moeten worden gepakt om het binnenmilieu in bestaande woningen gezonder te maken. “We moeten gezondheid integreren in alle aspecten van woningbouw, en niet alleen streven naar energiezuinigheid. Dit wordt momenteel onvoldoende gedaan, met alle gevolgen van dien.” Ze vervolgt haar verhaal: “Er is meer aandacht nodig voor een gezond binnenmilieu, maar het probleem is: het is nog niet in kaart gebracht in welke woningen mensen ziek worden. En wat de oorzaken daarvan zijn. Net zoals bewoners kunnen verschillen in hun voorkeuren en behoeften, kan ook Iedere situatie net iets anders zijn.”

Bluyssen vindt dat er daarom eisen moeten worden gesteld aan het binnenmilieu. “Maar de vraag is welke eisen? We weten eigenlijk nog steeds niet wat het binnenmilieu van een woning gezond of ongezond maakt en voor wie, voor welke bewoner in een bepaalde situatie. We moeten daarom meer duidelijkheid krijgen over de huidige situatie van het binnenmilieu van Nederlandse woningen, en dan renoveren met gezondheid als een extra uitgangspunt om rekening mee te houden.” Wetenschappelijk onderzoek kan volgens Bluyssen een goede basis bieden om meer duidelijkheid te krijgen.

De kloof tussen de bouw en de bewoner

Bluyssen vindt dat bij renovatiewerkzaamheden niet alleen technische aspecten centraal moeten staan, maar ook bewoners. “Bij renovaties moet ook worden gekeken naar het gebruik van de woningen door de bewoners.” Dit betekent volgens haar dat renovatieprojecten niet alleen gericht moeten zijn op het verduurzamen van gebouwen, maar ook op het creëren van bewustwording voor het gedrag van de bewoners. “Door in te spelen op het gedrag van die bewoners, kunnen betere resultaten worden bereikt.” Het gedrag van bewoners speelt ook een rol bij het realiseren van een gezond binnenmilieu. “Bij huidige renovaties van woningen, wordt geïsoleerd en een mechanisch ventilatiesysteem geïnstalleerd zodat er toch nog voldoende geventileerd kan worden. Bewoners schakelen dit systeem echter vaak uit omdat het te veel geluid maakt of te veel energie verbruikt. Het gevolg hiervan is dat er schimmel ontstaat in de woning.” Deze situatie illustreert volgens Bluyssen een bredere problematiek: de kloof tussen technische oplossingen en de voorkeuren van bewoners. “Hoewel bouwtechnische aanpassingen zoals mechanische ventilatiesystemen bedoeld zijn om het binnenmilieu te verbeteren, kunnen ze onbedoeld het tegenovergestelde bereiken door het begrijpelijke gedrag van de bewoners. Daarnaast geeft dit ook aan dat ook gezondheid in gedrang is: schimmels kunnen tot ongezonde situaties leiden, evenals langdurige blootstelling aan het achtergrondlawaai veroorzaakt door het ventilatiesysteem.”

Bluyssen vindt dat er verder moet worden gekeken dan het huidige bouwbesluit. “Het bouwbesluit richt zich slechts op comfort van bewoners, maar niet op gezondheid.” Zij ziet naast het beperken van geluidsoverlast, lichtvervuiling, oververhitting, en luchtverontreinigingen (van buiten en binnen), goede ventilatie als een belangrijk aspect. ‘’De mogelijkheid om een huis goed te ventileren is altijd van belang, iedere bewoner zou die mogelijkheid moeten hebben. De ventilatiewaarden in het bouwbesluit voor woningen zijn minimale waarden uitgedrukt in kubieke meter per uur voor een gehele woning, en houden geen rekening met variatie in binnen- en buitenbronnen zoals verkeer, bezoek en koken, maar ook met variatie in gebruik van verschillende ruimten. Het gaat niet alleen om hoeveel er geventileerd wordt, maar ook hoe, wanneer, en waar.” Datzelfde geldt voor verlichting. Bluyssen vindt dat gezondheid als integraal onderdeel van het bouwbesluit moet worden meegenomen.

Kennisoverdracht als basis

Het is duidelijk dat onderzoek en beleid van belang zijn om een gezond binnenmilieu voor alle Nederlanders te realiseren. Om de overheid, bewoners en beleidsmakers te ondersteunen, heeft VELUX recent de jaarlijkse ‘Healthy Building Barometer’ uitgebracht. Dit rapport bevat concrete beleidsadviezen om een gezond binnenmilieu te bevorderen. Voor wie nog meer wil weten over gezond wonen, heeft Philomena Bluyssen voor stichting Gezond Binnen een uitgave gemaakt genaamd ‘Wat je moet weten over binnenlucht – een eenvoudige gids om jezelf te leren je binnenmilieu te verbeteren’. Bluyssen legt uit: “In het boekje staat in simpele termen uitgelegd waarom het belangrijk is om je binnenmilieu gezond te houden, zo word je bewuster van je eigen woonomgeving.” De uitgave geeft ook adviezen en tips over hoe je zelf een gezond binnenmilieu kan creëren. Samen vormen deze bronnen een goede basis van kennis, die cruciaal is om een gezonde leefomgeving in Nederland te realiseren.