De kloof tussen de bouw en de bewoner
Bluyssen vindt dat bij renovatiewerkzaamheden niet alleen technische aspecten centraal moeten staan, maar ook bewoners. “Bij renovaties moet ook worden gekeken naar het gebruik van de woningen door de bewoners.” Dit betekent volgens haar dat renovatieprojecten niet alleen gericht moeten zijn op het verduurzamen van gebouwen, maar ook op het creëren van bewustwording voor het gedrag van de bewoners. “Door in te spelen op het gedrag van die bewoners, kunnen betere resultaten worden bereikt.” Het gedrag van bewoners speelt ook een rol bij het realiseren van een gezond binnenmilieu. “Bij huidige renovaties van woningen, wordt geïsoleerd en een mechanisch ventilatiesysteem geïnstalleerd zodat er toch nog voldoende geventileerd kan worden. Bewoners schakelen dit systeem echter vaak uit omdat het te veel geluid maakt of te veel energie verbruikt. Het gevolg hiervan is dat er schimmel ontstaat in de woning.” Deze situatie illustreert volgens Bluyssen een bredere problematiek: de kloof tussen technische oplossingen en de voorkeuren van bewoners. “Hoewel bouwtechnische aanpassingen zoals mechanische ventilatiesystemen bedoeld zijn om het binnenmilieu te verbeteren, kunnen ze onbedoeld het tegenovergestelde bereiken door het begrijpelijke gedrag van de bewoners. Daarnaast geeft dit ook aan dat ook gezondheid in gedrang is: schimmels kunnen tot ongezonde situaties leiden, evenals langdurige blootstelling aan het achtergrondlawaai veroorzaakt door het ventilatiesysteem.”
Bluyssen vindt dat er verder moet worden gekeken dan het huidige bouwbesluit. “Het bouwbesluit richt zich slechts op comfort van bewoners, maar niet op gezondheid.” Zij ziet naast het beperken van geluidsoverlast, lichtvervuiling, oververhitting, en luchtverontreinigingen (van buiten en binnen), goede ventilatie als een belangrijk aspect. ‘’De mogelijkheid om een huis goed te ventileren is altijd van belang, iedere bewoner zou die mogelijkheid moeten hebben. De ventilatiewaarden in het bouwbesluit voor woningen zijn minimale waarden uitgedrukt in kubieke meter per uur voor een gehele woning, en houden geen rekening met variatie in binnen- en buitenbronnen zoals verkeer, bezoek en koken, maar ook met variatie in gebruik van verschillende ruimten. Het gaat niet alleen om hoeveel er geventileerd wordt, maar ook hoe, wanneer, en waar.” Datzelfde geldt voor verlichting. Bluyssen vindt dat gezondheid als integraal onderdeel van het bouwbesluit moet worden meegenomen.
Kennisoverdracht als basis
Het is duidelijk dat onderzoek en beleid van belang zijn om een gezond binnenmilieu voor alle Nederlanders te realiseren. Om de overheid, bewoners en beleidsmakers te ondersteunen, heeft VELUX recent de jaarlijkse ‘Healthy Building Barometer’ uitgebracht. Dit rapport bevat concrete beleidsadviezen om een gezond binnenmilieu te bevorderen. Voor wie nog meer wil weten over gezond wonen, heeft Philomena Bluyssen voor stichting Gezond Binnen een uitgave gemaakt genaamd ‘Wat je moet weten over binnenlucht – een eenvoudige gids om jezelf te leren je binnenmilieu te verbeteren’. Bluyssen legt uit: “In het boekje staat in simpele termen uitgelegd waarom het belangrijk is om je binnenmilieu gezond te houden, zo word je bewuster van je eigen woonomgeving.” De uitgave geeft ook adviezen en tips over hoe je zelf een gezond binnenmilieu kan creëren. Samen vormen deze bronnen een goede basis van kennis, die cruciaal is om een gezonde leefomgeving in Nederland te realiseren.